“Pas als de burger en de maatschappij het niet redden komt de overheid in beeld”, schrijft het dagelijks bestuur in zijn notitie 'Vernieuwd Welzijn'. Het is – op de totale afwezigheid van overheid na – de meest passieve rol die de overheid zich kan aanmeten. Een nachtwakersstaat ten aanzien van het welzijn en de zorg voor mensen. Een bedenkelijke ontkenning ook van waar de overheid nu staat en wat zijn wettelijke zorgplichten zijn. De rest van de notitie 'Vernieuwd Welzijn' bevat – gelukkig – toch wat meer besef van wettelijk taken en maatschappelijk trends.

Eerder mistte GroenLinks dit volledig bij het beleidskader Sociaal Domein. De notitie 'Vernieuwd Welzijn' bevat zowaar een klein beetje vernieuwing: deels de goede kant op, deels ook niet. Hieronder staat in het kort wat Groenlinks wil.

Ontschotten

GroenLinks wil verdergaand 'ontschotten'. Het opdelen van sociaal beleid in allerlei compartimenten heeft er toe geleid dat de belangen van (welzijns)instellingen meer centraal zijn komen te staan dan de mensen voor wie het welzijnsbeleid is bedoeld. En met name de meest kwetsbare groepen zijn daardoor buiten beeld geraakt. Zo bezien vindt GroenLinks dat een goede start wordt gemaakt met het vervangen van opbouwwerk en buurthuiswerk door een nieuwe vorm welzijnswerk. Maar er moet nog meer worden ontschot: maatschappelijk participatie van mensen met verstandelijke of psychiatrische beperkingen, armoedebestrijding, vrijwilligerswerk en binnenkort de jeugdzorg: de uitvoering is gebaat met een integrale aanpak, niet gehinderd door deelbelangen, organisatiestructuren en verschillende subsidiesystematieken.

Geen bastions

GroenLinks wil geen welzijnswerkers die zich verschansen in het bastion 'Huis van de Wijk'. Welzijnswerkers moeten er op uit en er op af. 'Outreachend' werken heet dat. Het zijn juist de meest kwetsbare mensen die lijden aan 'vraagverlegenheid' en dus het minst geneigd zullen zijn het Huis van de Wijk te gaan bezoeken. Wij moeten bovendien vrezen voor centra waar instellingen onder 'regie' van de overheid permanent met elkaar in overleg zijn over wie wat moet doen, hoe het 'loket' er uit moet zien, hoe de dienstverlening beter moet, maar waar zij onderwijl niet bezig zijn met de mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben. Zó zou het moeten: “De maatschappelijk werker van de 21e eeuw is een sociaal-domein generalist die op de werkvloer van een wijk opereert, diagnoses stelt, specialistische hulp kan inroepen, aanwezig is. Het 'loket' ('zorg en samenleven') zit niet in het stadsdeelkantoor – van 9 tot 5 – maar beweegt zich door de buurt.” (Eropaf!, Jos van der Lans, 2010)

GroenLinks vindt wel dat er ruimtes moeten zijn voor collectieve voorzieningen of activiteiten. Beheer van deze locaties is onderdeel van het welzijnswerk zelf : biedt mensen de mogelijkheid verantwoordelijkheid te nemen voor hun locaties. Vormen van zelfbeheer zullen een waardevol experiment zijn: voor het welzijn van zijn gebruikers en voor de portemonnee van de overheid.

Kleinschalige en bereikbaar

GroenLinks wil dat initiatieven en voorzieningen kleinschalig en bereikbaar zijn. Juist de meest kwetsbare mensen – ouderen of mensen met een lichamelijk beperking die moeilijk ter been zijn, of mensen met psychische of verstandelijke beperkingen voor wie een kilometer afstand al een hele reis is – deze kwetsbare mensen zijn juist gebaat bij ondersteuning in hun vertrouwde omgeving: niet alleen een sociale, maar ook een fysieke omgeving. De grootte van de welzijnsinstelling vindt GroenLinks niet van belang. Grootschalig of kleinschalig: niet de instelling, maar het initiatief of de activiteit is maatgevend. Overigens moeten we ons wel realiseren: als er moet worden bezuinigd, moet er vooral worden bezuinigd op overhead en bureaucratie. Contractbeheer en het onderhouden subsidierelaties kosten instellingen en overheid veel tijd en geld. Door het aantal partners waarmee de overheid zaken doet te beperken, kan veel geld worden bespaard wat weer ten goede moet komen aan het welzijn van mensen.

Tot slot

Vernieuwen is veranderen. Veranderen is afscheid nemen van vertrouwde zaken. Maar veranderen is niet per se afbreken en herbouwen. Een soepele overgang, in een tempo dat ook de gebruikers van welzijnswerk kunnen bijbenen, biedt volgens GroenLinks beter resultaat. Daarop moet door het stadsdeel sterk worden gestuurd.