Het nieuwe milieubeleid van stadsdeel Zuid dat deze week in de raad wordt behandeld heeft een nogal vreemde doelstelling; namelijk dat we zo min mogelijk aan milieubeleid doen; eigenlijk alleen nog maar datgene waar we echt niet onderuitkomen en zelfs dat liever niet. Opmerkelijk is vooral hoe de coalitiepartijen er daarbij alles aan doen om groen voor de dag te komen en hun afbraakpolitiek durven te presenteren als een “rationalisatie”. Alsof het rationeel is om terug in de tijd te willen gaan.

 

Net als het landelijke rechtse vingerlik kabinet heeft het Dagelijks Bestuur in Amsterdam Zuid voor dezelfde afbraakpolitiek gekozen als het om milieubeleid gaat. Waar het landelijke kabinet zich verzet tegen al dat wat Europa ons voorschrijft zo laat het bestuur van Zuid weten dat we niet meer meedoen aan stedelijke doelen voor gezonde lucht en het terugdringen van verkeer. Terwijl iedereen het eens is dat de lucht in grote steden gezonder moet, steeds meer ouderen het zomer’s letterlijk te heet onder hun voeten is, steeds meer kinderen luchtwegproblemen ontwikkelen en de wegen in de steden overvol zijn kiest het DB voor het schrappen van haar milieubeleid en voor het toevoegen van meer parkeerplaatsen en het bevorderen van autoverkeer. Stedelijke afspraken over CO2 uitstoot worden zelfs klakkeloos jaren vooruitgeschoven tot een volgende bestuursperiode.

 

In heel Amsterdam werken de verschillende stadsdelen en de centrale stad juist samen aan oplossingen voor milieuproblemen. Men probeert de luchtkwaliteit te verbeteren, Park & Ride garages te bouwen aan de A10 om aan het verkeersprobleem te werken en de stad groener en leefbaarder te maken. Maar onder leiding van de VVD verzet Stadsdeel Zuid zich tegen de groene plannen van de rest van Amsterdam en kiest men er bewust voor om stedelijke ambities weg te zetten als onrealistisch. Helaas wordt voor het schrappen van milieudoelstellingen geen enkele argument aangedragen behalve een bezuinigingswens. Het suggereert dat het Dagelijks Bestuur eigenlijk helemaal niet gelooft in de noodzaak van de verduurzaming van onze samenleving en milieumaatregelen alleen maar ziet als linkse hobby.

 

“We kunnen het ons niet permitteren om niet ons steentje bij te dragen” schreef de PvdA over milieu in hun verkiezingsprogramma. D66 verkondigde “extra aandacht voor groene daken” en schreef net als de PvdA en zelfs de VVD dat “het stadsdeel uiteraard het goede voorbeeld geeft”. Alle partijen onderstreepten in hun groengewassen verkiezingsprogramma’s het belang van milieumaatregelen en energiebesparingen maar ondanks alle mooie woorden over het belang van het milieu kiest de coalitie, net als het landelijke kabinet, uiteindelijk toch voor een afbraakbeleid. GroenLinks had liever geen “extra aandacht” of “goede voorbeelden” nu we weten wat dat echt betekent.

 

Waarschijnlijk zullen de coalitiepartijen onze kritiek simpel wegwuiven door zich weer eens te beroepen op het “we moeten toch bezuinigen” en een beetje zuur reageren als we ze ter verantwoording durven te roepen voor de keuzes die ze maken. Dat ze terug de tijd in willen reizen en er voor kiezen om de rekening naar later door te schuiven willen ze niet horen. Politiek gaat blijkbaar ook niet over wat je beslist maar over hoe je het verkoopt; bij de eerste behandeling in de commissie durfden verantwoordelijke wethouder en raadsleden zich zelfs uit te roepen tot “groene partijen” en klopten zich op de borst met de “mooie nota” en dat ze ondanks alle bezuinigingen zich wel inzetten voor projecten die betaald worden door anderen.

 

Helaas hebben de bewoners van Zuid niets aan de verkooppraatjes van de coalitiepartijen. Het is tenslotte maar gebakken lucht en daar hebben we steeds meer van en dat is juist het probleem waar deze coalitie niets aan wil doen.