Woensdag 31 oktober nam ik afscheid van de deelraad. Ik heb de keuze gemaakt te stoppen. Dat was geen gemakkelijke keuze. De afgelopen maanden heb ik ervaren dat het lastig is om de taken die voortvloeien uit het deelraadslidmaatschap te combineren met mijn baan en de zorg voor een kleine baby. Politiek bedrijven is meer dan de vergaderingen in de raadszaal en het lezen van raadsstukken.
Ook is het belangrijk om regelmatig gesprekken te hebben met bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden om je te informeren en je mening aan te scherpen. Als deelraadslid van een landelijke partij is onderling overleg ook belangrijk. Kortom, om het goed te doen, ben je er veel tijd aan kwijt.
Afgelopen juli verscheen een boeiend artikel in The Atlantic, geschreven door Anne Marie Slaughter. Professor Slaughter keek als hoogleraar aan het gerenommeerde Princeton haar hele leven neer op vrouwen die omwille van gezinsleven concessies deden aan hun carrière. Tot ze haar hoogleraarschap verruilde voor een hoge positie bij de Obama Administration. Daar bleek al na enkele maanden dat de combinatie haar niet beviel. De werkweek telde teveel uren en was inflexibel. Haar gezin zag ze enkel in de weekenden. Deze invloedrijke dame besloot na een belangrijke post in de VS bij Buitenlandse Zaken snel terug te keren naar een eveneens belangrijke baan in Princeton. Sindsdien zwengelt ze het debat aan met de slogan “women can’t have it all”.
Ook ik ben er achter gekomen dat een relatief belastende nevenfunctie naast het ouderschap is gewoon zwaar is. Oplossingsrichtingen die ik voor me zag was het organiseren van maximale ondersteuning. Een au-pair inschakelen bijvoorbeeld. Maar ja, die moet je ook kunnen huisvesten en betalen. Daarnaast is dat geen antwoord op het knagende gevoel van tekortschieten dat je als werkende ouder toch al hebt. Het tekort schieten in tijd en beschikbaarheid. Naar je kind, partner, vrienden, familie, werkgever en ‘de maatschappij’.
Dit is een maatschappelijk probleem waar we een antwoord op moeten vinden. Werk en zorgtaken moeten beter op elkaar afgestemd worden. Zo is het belangrijk dat ouders, ook de vader, meer ouderschapsverlofdagen krijgen, zoals in Zweden. Zo kun je wennen en werken aan een optimale oplossing. Daarnaast moeten werkgevers het flexibele werken omarmen daar waar het kan. Niet alle functies maken het mogelijk om vanuit huis te werken, maar daar waar het wel kan geeft het jonge ouders veel ruimte. We moeten nadenken over manieren hoe we de kinderopvang bij bedrijven kunnen stimuleren. Het verbaast mij hoe weinig werkgevers een eigen crèche hebben. Wellicht is het mogelijk om de werkgever bijdrage via belastingen voordeliger te maken wanneer de werkgever zich inspant om een crèche in huis te organiseren. Basisschooltijden moeten anders. Bijvoorbeeld naar Frans model waarbij kinderen op school, tussen de middag, gezond te eten krijgen. Waar een schooldag van 08.00 tot 17.00 uur duurt. Maar vooral is belangrijk dat vanzelfsprekend is dat de vader eenzelfde verantwoordelijkheid heeft in de zorgtaken als de moeder. Pas bij een gelijke verdeling van die taken, plus de daarbij behorende maatschappelijke en juridische regelingen, betekent ouderschap niet perse een (carrière) stap terug voor vrouwen.
Een politiek doel voor mij om aan te gaan werken dus. Nu een korte terugblik op de afgelopen tweeënhalf jaar.
Na een teleurstellende verkiezingsuitslag voor de GroenLinks in Amsterdam Zuid van maart 2010 besloten we als fractie op een kritische maar constructieve manier oppositie te voeren. Dat was een stijl waarin in mij goed kon vinden. Politiek moet vooral gaan om de consequenties die keuzen hebben. Niet over beeldvorming. Toen de plannen voor vernieuwd welzijn werden gepresenteerd stelde ik mij namens GroenLinks ook kritisch op. Op welzijnswerk werd enorm bezuinigd en helaas weinig vernieuwing doorgevoerd. Hoewel onder het mom van ‘bezuinigen op stenen’ ontmoetingsplekken in de wijk verdwenen, bleef GroenLinks pleiten voor kleinschalige locaties in de wijk. En juist gebruik maken van ruimtes die er al zijn en geschikt zijn voor dubbelfuncties, zoals bijvoorbeeld scholen. In plaats van versterken van contacten tussen bewoners in de wijk en investeren in het onderlinge vertrouwen in de buurt, koos het dagelijks bestuur en de coalitie voor bezuinigen op welzijnswerk en investeren in camera’s. Beleid op basis van rancune in plaats van feiten. Jammer.
Hoewel het moeilijk was om in de raadszaal een debat aan te zwengelen, hebben we veel gesprekken gevoerd met de raadsleden van de andere partijen. Op sommige dossiers hebben we kunnen samenwerken met andere partijen. Zo hebben we dankzij steun van D66 mogelijk gemaakt dat u ook een burgerinitiatief kunt indienen om uw omgeving mooier (groener!) te maken.
Het komend anderhalf jaar is er nog veel te doen voor de fractie. Ingrijpende decentralisaties en enorme bezuinigingen. Het is belangrijk dat een creatieve en innovatieve partij als GroenLinks meedenkt en beslist. Dat maatregelen niet zonder een goed debat worden doorgevoerd. En dat de consequenties van de besluiten de leidraad zijn in plaats van politieke profilering. Door mijn vertrek komt een ervaren deelraadslid in de plaats. Gelukkig, want er staat ons, burgers en bewoners van zuid, een boel te wachten. Arend Hamstra neemt mijn zetel over. Ik wens hem veel succes. Wanda, Jan en Paul zal ik erg missen. We hebben goed samengewerkt. Ten slotte, leden en stemmers, ik wil jullie van harte danken voor het vertrouwen dat jullie mij gaven.
Als lid zal ik mij blijven inzetten voor de partij die op dit moment in zwaar weer zit. Ik hoop dat we voor 2014 weer een vertrouwenwekkende partij zijn. We hebben goede ideeën, een prachtig programma en ook voldoende goede mensen om dat programma uit te voeren. Laten we de handen in eenslaan en er voor gaan.
Met vriendelijke groeten,
Angela Nijland